Het Huis Van De Maagd Maria
Volgens de legende, heeft Jezus, voordat hij is gestorven, zijn moeder, Maria, aan zijn beste vriend, St. Johannes toevertrouwt. St. Johannes, denkt dat Jeruzalem gevaarlijk zou kunnen zijn voor de Maagd Maria en brengt haar naar Efeze, een van de beroemde steden van die tijd en omdat Efeze onder de heerschappij van de Romeinen staat, verbergt hij Maria in het bos op de achterste helling van de Nachtegaal-berg en bouwt daar een huis. Er wordt gezegd dat St. Johannes zijn Bijbel hier heeft geschreven.
Men denkt dat het graf van Maria zich ook op de Nachtegaal-berg bevindt.
De ontdekking van het Huis van de Maagd Maria begint met de droom van een boerin genaamd Anna Catharina Emmerich, die nog nooit in Efeze is geweest. De dromen volgen elkaar op en vertellen haar dat "Het huis van de Maagd Maria zich op de berg achter de stad Efeze bevindt met een uitzicht op zowel de stad Efeze als de zee en dat er ook koel bronwater stroomt." Zuster Catherina, die nog nooit buiten Duitsland is geweest, verzamelt al deze dromen in een boek. Het boek dat zij "Het leven van de Heilige Maagd Maria" noemt, trekt veel aandacht in de christelijke wereld. Op basis van dit boek begint het Vaticaan in 1881 te zoeken naar het huis van de Maagd Maria.
Er is een kleine Byzantijnse kerk in de ruïnes van de Maagd Maria, die kan worden bereikt door de bovenste poort van de oude stad Efeze te passeren. Er wordt aangenomen dat Maria, de moeder van Jezus, hier heeft geleefd en is gestorven. De plaats wordt als heilig beschouwd en wordt bezocht door christenen, er wordt genezing gezocht voor de zieken en er worden offers gebracht.
